Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

In de paragraaf financiering wordt de raad geïnformeerd over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële risico's. Hoe we het financieringsbeleid moeten uitvoeren, is vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) en in het Treasurystatuut dat de gemeenteraad heeft vastgesteld. In het Treasurystatuut staan de kaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de mogelijkheden van de Wet FIDO.

Treasury

Terug naar navigatie - Treasury

Onder treasury verstaan we het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden.

Financieringsrisico's

Terug naar navigatie - Financieringsrisico's

Om de financiële risico's zoveel mogelijk te beperken is in de wet FIDO een tweetal instrumenten opgenomen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Deze worden verderop in deze paragraaf behandeld.

Doelen

Terug naar navigatie - Doelen

De gemeente gaat verstandig om met geld van de inwoners. We lenen daarom alleen geld ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Om de rentelasten zo laag mogelijk te houden, lenen we alleen als we te weinig eigen geld hebben. Als we lenen, doen we dat tegen zo laag mogelijke kosten en zorgen we dat we de renterisico's in de hand houden.

We maken elk jaar een overzicht van alle inkomsten en uitgaven, de liquiditeitsprognose. Zo weten we wat we maandelijks moeten lenen. Door onze eigen reserves te gebruiken, hoeven we geen geld van anderen te lenen. Dit scheelt rentelasten.

Beleggen en schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Beleggen en schatkistbankieren

Als wij spaargeld over hebben, moeten we dat onderbrengen bij het ministerie van Financiën, in de zogenaamde schatkist. Dit geld mag alleen in rekening-courant en via deposito’s worden bewaard bij het ministerie of worden uitgeleend aan andere gemeenten.

Kasbeheer

Terug naar navigatie - Kasbeheer

De gemeentelijke kaspositie schommelt per dag. Om deze schommelingen zo optimaal te beheersen is er met de NV Bank Nederlandse Gemeenten een overeenkomst gesloten. Op basis van deze overeenkomst mogen we maximaal 1 miljoen in het rood staan. Om dat te voorkomen lenen we tijdelijk geld voor periodes van minder dan een jaar. Dit zijn de zogenaamde kasgeldleningen.

Onze inzet

Terug naar navigatie - Onze inzet

Bij de begroting 2025 worden rentepercentages ingezet van 3% tot 4% voor kasgeldleningen en 3 tot 5% voor langlopende leningen.

Renteberekening

Terug naar navigatie - Renteberekening

Het schema hieronder toont:

•    de rentelasten van de externe financiering;
•    het renteresultaat;
•    de wijze van rentetoerekening;
•    de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en de jaarstukken.
Het toerekenen van de werkelijke rentekosten aan de taakvelden doen we via het renteomslagpercentage. De gemeente Zutphen hanteert voor 2025 een omslagrente van 1%. De basis hiervoor is de boekwaarde van de activa die bij de taakvelden hoort.
Bij toepassing van 1% renteomslag bedraagt het renteresultaat €0.

Rente toerekening

 

(bedragen *€1.000)

 

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

2.627

b. De externe rentebaten

-573

Totaal door te rekenen externe rente

2.054

c. De rente doorberekend aan de grondexploitatie

0

De rente van project financiering aan het betreffende taakveld

0

De rentebaat van door verstrekte leningen aan het betreffende taakveld

 

0

 

0

Saldo door te rekenen externe rente

2.054

d1. Rente over eigen vermogen

 

d2. Rente over voorzieningen

 

De aan taakvelden toe te rekenen rente

2.054

e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-2.054

f. Rente resultaat op het taakveld rente treasury

0

Renterisico

Terug naar navigatie - Renterisico

Het renterisico op de vaste schuld is in de wet FIDO omschreven als: ‘de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten van een openbaar lichaam verandert door veranderingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rente typische looptijd van een jaar of langer’.
Het renterisico op de vaste schuld moet voldoen aan de renterisiconorm. Deze norm is in een wettelijke uitvoeringsregeling uitgewerkt als een bedrag ter hoogte van 20% van de begroting. Het doel is zo spreiding te krijgen in de rente typische looptijden in de leningenportefeuille, waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt op de rentelasten.

Prognose renterisico (bedragen x € 1000)

Terug naar navigatie - Prognose renterisico (bedragen x € 1000)

Uit deze tabel blijkt dat het renterisico op de vaste schuld binnen de wettelijk gestelde normen blijft.

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

(bedragen *€1.000)

 

 

 

 

1a. Rente herziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

1b. Rente herziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

2. Netto rente herziening op vaste schuld (1a-1b)

0

0

0

0

3. Betaald aflossingen

7.362

6.902

6.444

6.113

4. Renterisico op vaste schuld (2+3)

7.362

6.902

6.444

6.113

Renterisiconorm

 

 

 

 

5. Rentenorm (20% van omvang begroting per 1-1)

45.368

42.417

42.093

42.313

7. Aflossingen en renteherzieningen (netto)

7.362

6.902

6.444

6.113

6a. Ruimte onder de risiconorm (5-7)

38.006

35.515

35.649

36.200

 

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

In onderstaand overzicht geven wij de mutaties in de leningenportefeuille weer.

Leningen

Bedrag

Gem. rente

invloed op gem. rente

(bedragen *€1.000)

 

 

 

Beginstand 1-1-2025

83.077

2,23%

 

Nieuwe leningen

 

 

 

Reguliere aflossingen

-8.017

2,64%

-0,04%

Vervroegde aflossingen

 

 

 

Eindstand per 31-12-2025

75.716

2,19%

-0,04%

Portefeuille vaste uitzettingen per 1 januari 2024

Terug naar navigatie - Portefeuille vaste uitzettingen per 1 januari 2024

In onderstaande tabel staan de verstrekte langlopende leningen per 1 januari 2024.

Naam geldnemer (bedragen x € 1.000)

Nominaal

Restant uitzetting

Weging in portefeuille

(bedragen *€1.000)

 

 

 

Vaste uitzettingen publieke taak

 

 

 

       

- Overige instellingen

11.389

10.993

97,82%

Totaal uitzettingen publieke taak

11.389

10.993

97,82%

Totaal vaste uitzettingen geen publieke taak

891

245

2,18%

Totaal vaste uitzettingen

12.280

11.238

100,00%

 

Rentekosten en -opbrengsten verbonden aan financieringsfunctie per 1 januari 2025.

Dekking

Rente %

Bedrag

Rente kosten

 (bedragen *€1.000)                                                                                                                                                      

 

 

 

Kort geld

3,50%

0

0

Onderhandse leningen

2,23%

83.077

1.853

Totaal

 

83.077

1.853

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Voor het bepalen van de liquiditeitspositie (de mate waarin we op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kunnen voldoen) is de kasgeldlimiet belangrijk. De kasgeldlimiet geeft aan hoe hoog de kortlopende schuld maximaal mag zijn. Als kort geldt een termijn van maximaal 1 jaar. Over kort geld krijgen we in de huidige geldmarktsituatie een lagere rentevergoeding dan over lang geld.
De kasgeldlimiet is bedoeld om ons ervoor te behoeden dat de rentelasten opeens fors stijgen, omdat de rente voor kort geld sterk kan fluctueren.

De kasgeldlimiet is het begrotingstotaal bij het begin van het jaar x 8,5%. Dit percentage is via een ministeriële regeling vastgesteld. Voor 2025 bedraagt deze limiet € 19,3 miljoen gebaseerd op een begrotingsomvang van € 228 miljoen. Binnen de limiet mag in de financieringsbehoefte worden voorzien met kortlopende financieringsmiddelen. Ieder kwartaal wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet.

Liquiditeitspositie

Terug naar navigatie - Liquiditeitspositie

De uitgaven en inkomsten van de gemeente lopen niet synchroon in de tijd. We moeten soms geld lenen om tijdig te kunnen betalen, soms hebben we (tijdelijk) geld over. Ook moeten we investeringen financieren: in korte tijd worden uitgaven gedaan die pas over een veel langere periode worden afgeschreven.

Om de treasuryfunctie goed te kunnen uitvoeren is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van wezenlijk belang. Hiervoor is een liquiditeitsprognose opgesteld.

Volgens de liquiditeitsplanning 2025 overschrijden we de kasgeldlimiet niet.

Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën)

Terug naar navigatie - Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën)

In het wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën gaat het om strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort beperkt wordt tot 3%. Gemeenten dragen bij aan het begrotingstekort van de collectieve sector.

Door een verschil in boekhoudstelsels tussen Rijk en gemeenten worden investeringen nu als tekortvergroting voor het EMU-saldo aangemerkt. Het wetsvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk maar ook de gemeenten zich moeten houden aan de strengere begrotingsregels en sanctiemogelijkheden. Het aandeel van gemeenten gezamenlijk in de 3% is 0,38%-norm.
Lagere overheden moeten hun tekort onder de af te spreken percentages houden. Als dat niet gebeurt, kunnen gemeenten en provincies een boete krijgen.

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2024

2025

2026

2027

2028

1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

 

-9.431

 

-7.395

 

-5.398

 

-2.819

 

605

2. Mutatie (im)materiele activa

41.286

3.329

5.767

-5.726

-11.088

3. Mutatie voorzieningen

329

-2.221

-56

605

603

4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie

-1.639

714

925

2.733

0

5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en (im) materiele activa

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

Berekend EMU-saldo

-48.749

-13.659

-12.146

779 12.296