Binnen de gemeentelijke begroting is een aantal producten opgenomen waarvan is bepaald dat deze op begrotingsbasis niet meer dan kostendekkend mogen zijn. Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing, afvalstoffenheffing, marktgelden, lijkbezorgingsrechten en producten waarvoor leges worden geheven. Voor deze producten is een toelichting opgenomen ten aanzien van de wijze waarop de kostendekkendheid wordt bepaald. Deze toelichting is afgestemd op de vereisten in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). 

Afvalstoffenheffing

Via de afvalstoffenheffing berekenen wij alle kosten die te maken hebben met het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval, door aan de inwoners. Uitgangspunt is een kostendekkend tarief. De inwoners van de gemeente Zutphen hebben invloed op hun rekening door hun afval goed te scheiden.

Riool- en waterzorgheffing (rioolheffing)

De riool- en waterzorgheffing bestaat (vanaf 2021) alleen nog uit een eigenarendeel. Het eigenarendeel is een vastgesteld bedrag op basis van de kosten van beheer en onderhoud aan de riolering, gedeeld door het aantal woningeigenaren en eigenaren van bedrijven in de gemeente. Bij riool- en waterzorgheffing is geen sprake van jaarlijkse indexering met het inflatiecijfer, maar gaat het om kostenverhaal. De gemeente mag maximaal 100% van de gemaakte kosten verhalen op de inwoner via de rioolheffing.

Leges

De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges verhalen we de kosten die we hiervoor maken in principe op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Net als bij de Rioolheffing en Afvalstoffenheffing geldt dat de tarieven in de Legesverordening maximaal kostendekkend zijn. De kostendekkendheid dient te worden beoordeeld op de verhouding tussen de kosten en opbrengst per titel uit de Legesverordening.