De OZB is een algemene heffing die bestaat uit een eigenaren- en een gebruikersdeel. Het gebruikersdeel heffen we alleen voor niet-woningen. Voor 2025 gelden de WOZ-waarden per 1 januari 2024. Door de jaarlijkse herwaardering moeten de OZB-tarieven voor 2025 opnieuw worden berekend en vastgesteld. In voorliggende begroting stijgt de OZB opbrengst met 2.8% inflatiecorrectie.
Gemeenten kunnen de hoogte van de OZB-tarieven zelf bepalen. Vanaf 2020 is de macronorm vervangen door de benchmark woonlasten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde OZB, de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing. Gemeenten kunnen op basis van deze vergelijking rekening houden bij de ontwikkeling van de lokale lasten.